
Balak | Jodenhater zegent Israël
Het Joodse volk wordt gezegend door één van de grootste Jodenhaters die de geschiedenis ooit gekend heeft. De parasha van deze week laat zien hoe iedereen als vertegenwoordiger van G-d hier op aarde kan zijn. Ieder mens, Joods of niet-Joods kan ervoor kiezen om te zegenen of om te vervloeken. Er is één voorwaarde: stel je bescheiden op en stel je open voor Hashem. Probeer niet om G-d of de Torah te slim af te zijn.
Download hier een printversie van dit artikel
Veertig jaar na de uittocht uit Egypte stond het Joodse volk klaar om Israël, via het zuiden binnen te trekken. Er waren alleen nog twee landen te doorkruisen, Edom en Moav. Deze landen lieten het Joodse volk niet passeren. Israël moest omlopen. Ze trokken naar het oosten en vervolgens langs Edom en Moav richting het noorden. Ze zouden hun entree in Israël maken via de oostelijke grens tegenover Jericho. Ze vielen noch Edom noch Moav aan. Deze landen liggen ten oosten van de Jordaan en horen niet bij Israël.
Het Joodse volk wist onderhand uit ervaring dat zij zonder G-d’s bescherming geen schijn van kans hadden om ze te overwinnen. Ook Edom en Moav waren niet bang, want ze dachten dat het Joodse volk alleen Kanaän in beslag ging nemen, het land ten westen van de Jordaan. Vrede en rust voor iedereen en zo trok het Joodse volk langs de westelijke Jordaanoever verder noordwaarts.
Verslagen door Israël
Het Joodse volk reisde nog steeds ten westen van de Jordaan en ging nu het land van Sichon tegemoet. Ook dit land weigerde toegang te verlenen aan het Joodse volk. Het werd namelijk betaald door de Kanaänieten om hun land te beschermen. Maar nu lag het anders. Hoewel het land van Sichon ten oosten van de Jordaan ligt werd dat wel een erfdeel van het Joodse volk. Het werd al meteen oorlog! Sichon, met zijn enorme leger en al zijn macht en kracht werd verslagen. Aan de Israëlische kant was er geen enkel slachtoffer.
Nog verder naar het noorden kwam Og, koning van Bashan, ons volk tegemoet. Hij had zijn hele leger paraat maar Israël was sterker en versloeg ook Og. Israël nam het land van Sichon en Og in bezit.
En zo belanden wij in onze parasha bij een koning van Moav, die Balak heet en die het ineens heel benauwd kreeg toen hij hoorde dat Israël toch landen in bezit had genomen die ten oosten van de Jordaan liggen. Israël had de grote machten van Sichon en Og zomaar verslagen. Aan de Israëlische kant was geen enkel slachtoffer gevallen, hetgeen niet bepaald een kalmerend effect had op de Moabitische koning.
Ten oosten van de Jordaan
“Maar wacht eens even” dacht Balak, de Moabitische koning “Is mijn land Moav, dat ook ten oosten van de Jordaan ligt, nog wel veilig? Als Israël toch landen veroverd heeft aan de oostelijke kant van de Jordaan, waarom dan ook niet Moav? Misschien zijn wij hierna aan de beurt. Weliswaar is Israël hier al voorbijgegaan maar je weet het maar nooit…”
Balak werd er helemaal misselijk van (Bamidbar 22-3). Hij dacht diep na, placht overleg met zijn buurland Midian en besefte dat zelfs de enorme krachtige landen van Sichon en Og zo gemakkelijk door Israël verslagen werden.
Wat nu? Balak is zo slim om niet op een militaire defensie te rekenen. Het is namelijk overduidelijk dat G-d het Joodse volk helpt. Hun overmacht hebben zij niet te danken aan militaire kracht. Hij moet iets anders verzinnen om het Joodse volk te verslaan. Nu had hij natuurlijk al gehoord wat voor een soort mensen ‘die Joden’ waren. Dat ze zo spiritueel waren en heel veel lernden en dawenden (bidden). De kracht van het Joodse volk ligt duidelijk in hun mond, in wat ze zeggen. En daar gaan we hen mee verslaan, dacht deze slimme koning. En nu komt het. Balak nam een profeet uit Midian in dienst om een karweitje voor hem op te lossen. Deze profeet heet Bilam en hij ging ‘de Endlösung’ voor Balak uitvoeren.
Bilam moet Joods volk vervloeken
De profeet Bilam wordt erbij gehaald. Balak’s vertegenwoordigers bezoeken hem. Het doel is duidelijk. Bilam wordt in dienst genomen om het Joodse volk te vervloeken. Hij is daar zeer ervaren mee en heeft met zijn vervloekingen al meerdere successen weten te boeken. Spirituele krachten bestaan namelijk in de niet-joodse wereld net zo goed. Toch moet deze niet-joodse profeet eerst G-d raadplegen. Bilam is zich ervan bewust dat hem zonder G-d’s toestemming niets zal lukken. Deze profeet kan uitsluitend ’s nachts inspiratie opdoen, vandaar dat de delegatie blijft overnachten. In de nacht verbiedt Hashem aan Bilam om het Joodse volk te vervloeken. Zelfs zegenen mag niet. Ze zijn immers al gezegend! Bilam kon niet op het verzoek van Balak ingaan en de delegatie vertrok huiswaarts.
Maar koning Balak geeft niet zo makkelijk op. De veiligheid van zijn hele land staat in het geding. Hij denkt: ”Laat ik wat hogere pieten naar Bilam sturen en het salaris wat aantrekkelijker maken”. Zo gezegd, zo gedaan. De grootste en hoogste ministers van Moav worden naar Bilam gestuurd om hem te smeken om het Joodse volk te vervloeken. Bilam raadpleegt Hashem weer en nu heeft hij wel toestemming om te gaan, op voorwaarde dat Bilam alleen zegt wat G-d toestaat. “Nou, dat zien we nog wel”, denkt Bilam.
Wat vreemd. Eerst mocht Bilam niet mee met de afgevaardigden van Balak en nu mag het wel? Is G-d van mening veranderd? Maar G-d verandert nooit van mening. Dan zou G-d zich in één van de twee kwesties ‘vergist’ hebben. Niet alleen dat, maar nadat G-d Bilam toestemming heeft gegeven om met de tweede delegatie mee te gaan, wordt Hij alsnog kwaad op hem! Waarom de boosheid als G-d hem toch toestemming had gegeven? Vervolgens biedt Bilam aan om terug te gaan, maar G-d zegt dat Bilam toch maar moet gaan. Nee, ja, nee, ja? Heeft G-d twijfels? Onmogelijk. Hij is volmaakt en weifelt nooit. Het zijn de omstandigheden die wijzigen waardoor G-d Zijn respons aanpast.
Jodenhater zegent Israël
Terug naar Bilam de profeet. Nu heeft hij van G-d toestemming. Hij pakt zijn ezelin en samen met de hoogwaardigheidsbekleders van Balak gaat hij op weg. Hij is de machtigste en meest arrogante man op aarde. Hij gaat het opnemen tegen de nieuwste superpower, Israël genaamd. Hij gaat de grootste profeet aller tijden, Moshe, overstijgen. Hij gaat Hashem ‘omzeilen’ en tijdens een moment van G-d’s onoplettendheid, zal hij het Joodse volk vervloeken. Hoe is het mogelijk? Wat een arrogantie! Wat een verbeelding en verwaandheid! Alsof het mogelijk zou zijn dat G-d Almachtig even iets niet zou merken!
Maar G-d heeft hele andere plannen. Hij denkt zo: “Laat nu eens een niet-Joodse profeet het Joodse volk zegenen. Joden zijn zich altijd aan het verontschuldigen en doen alsof zij een volk zijn net zoals elk ander volk. Niets is minder waar. Een volk van priesters en een heilig volk is het.” Als het Joodse volk zelf niet wil geloven hoe speciaal het is, laat het dat dan van een ander horen! Bovendien: als je complimenten van een vriend krijgt, weet je nooit of ze eerlijk bedoeld zijn. Maar als je grootste vijand je gaat loven, dan weet je wat het waard is.
En zo zien wij dat Bilam de mooiste complimenten aan het Joodse volk gaat geven. De grootste profetieën zullen straks uit zijn mond komen. Prachtige verzen en gedichten gaat hij uitspreken. Hij gaat zelfs de komst van Mashiach voorspellen. Eén van de zinnen uit zijn zegen staat zelfs in het dagelijkse ochtendgebed. En dit alles uit de mond van één van de grootste Jodenhaters die de geschiedenis ooit gekend heeft.
G-d koos ervoor dat deze prachtige teksten uit de mond van een niet Joodse profeet zouden komen. Maar alvorens dit mogelijk te maken, zal deze profeet eerst zijn hoogmoedige gedrag moeten afleren en een metamorfose moeten ondergaan. Het is namelijk alleen mogelijk om G-d’s woord te ontvangen als men zeer bescheiden is. Hashem gaat Bilam tot bescheidenheid brengen met behulp van een vervoermiddel. Geen eend of een Jaguar, maar een ezelin. En zo gaat Bilam onderweg met alle vips van de regio. G-d is woedend op hem. Hoe durft hij aan te dringen en G-d een tweede keer te vragen. Maar in de Talmoed (Makot 10b) staat
בדרך שאדם רוצה לילך בה, מוליכין אותו
In de weg die een mens wil inslaan, daarin wordt hij geleid.
Zelf kiezen
G-d heeft Bilam de eerste keer geen toestemming gegeven, maar Bilam drong aan. G-d wilde Bilam beschermen tegen zijn eigen val, maar het is moeilijk voor Bilam om ‘nee’ te horen. Hij dringt aan en krijgt bij de tweede delegatie toestemming van G-d om mee te gaan, maar op voorwaarde dat hij alleen zal uitspreken wat G-d hem toestaat. Maar Bilam is helemaal niet van plan om zich aan voorwaarden te houden. Hij gaat en denkt in zijn verwaandheid tegen G-d’s wil in te kunnen gaan. Dat is de reden waarom G-d woedend op hem is, hoewel Hij hem toestemming had gegeven. G-d probeert onderweg ervoor te zorgen dat Bilam zijn GPS opnieuw in gaat stellen en zijn route gaat aanpassen. Maar Bilam, zal zoals ieder ander mens uiteindelijk zelf moeten kiezen welk pad hij inslaat.
G-d wil zo graag dat zelfs deze Bilam tot inkeer komt. Daartoe had Hij al 2488 jaren eerder voorbereidingen voor getroffen. Zo vertelt ons Spreuken der Vaderen: het was de zesde dag van de schepping. De hele wereld was geschapen. Alles stond klaar en de Shabbat kon beginnen. Maar nee, stop, nog even, terwijl het al schemerde, moesten er nog gauw enkele details aan de schepping toegevoegd worden, zoals onder andere de mond van de ezelin….
Bilam en zijn ezel
Een ezelin van het grootste kaliber, het trouwe dier van Bilam is een belangrijk detail in het verhaal; op het moment dat Bilam door een smalle plek trekt, stopt het dier ineens. Ze weigert verder te gaan omdat zij een engel ziet die de weg verspert. Bilam ziet de engel niet en wordt woedend op het dier en slaat het meerdere keren! De ezelin opent haar mond en begint te spreken: “Wat heb ik tegen jou gedaan dat je mij al drie keer slaat?” “Jij hebt mij beschaamd” zegt Bilam tegen het dier ”als ik een zwaard had zou ik jou nu doden.”
Wat een afgang voor Bilam. Hij claimt een heel volk met zijn woorden te kunnen uitroeien, maar voor zijn ezelin moet er een zwaard aan te pas komen! Uiteindelijk ziet Bilam de engel en beseft dat zijn tomtom een reset nodig heeft. Hij vraagt de engel of hij maar niet beter terug naar huis moet gaan. Maar nu dat Bilam vernederd is mag hij zijn reis voortzetten. Zijn vernedering maakt het nu mogelijk dat de zegeningen die voor het Joodse volk bestemd zijn, via zijn mond uitgesproken zullen worden.
Bilam was als een gieter afgegaan. Hij zou toch Moshe in profetie verslaan! Hij zou toch krachtiger zijn dan Sichon en Og. Hij zou G-d te slim af zijn. Maar nu blijkt dat hij niet eens in staat is zijn eigen ezelin te laten gehoorzamen! Bilam ziet de engel niet, maar de ezelin ziet hem wel en weigert verder te lopen. Wat een afgang! Vooral met al die vips naast zich. Daarom mocht Bilam de eerste keer niet gaan en de tweede keer wel. De tweede delegatie bestond namelijk uit veel belangrijkere mensen waardoor de schaamte en afgang van Bilam nog groter was. G-d was dus niet van mening veranderd, maar de situatie was anders!
Bilam schaamt zich diep. Zijn arrogantie is verdwenen.
Doorgeefluik
Nu dat hij helemaal van zijn trots af is, kan hij verder gaan. Nu heeft hij toch toestemming om zijn reis voort te zetten. Hij zal het Joodse volk loven en zegenen. Nu kan het G-ddelijke woord pas uit zijn keel voortkomen. Bilam is nu wel geschikt om als doorgeefluik te functioneren voor G-d’s woord. Hieruit leren wij dat als wij Hashem dichtbij ons willen houden, wij eerst van onze hoogmoed af moeten komen. Gooi je trots en arrogantie weg.
מה־טבו אהליך יעקב משכנתיך ישראל (Bamidbar 24-5)
Dit is de zin waarmee Bilam het Joodse volk zegent. Dit is tevens het vers dat wij dagelijks in ons ochtendgebed uitspreken: “Yakov, wat zijn jullie tenten goed en Yisraël jullie woningen.”
Het Joodse volk heeft twee namen; vernoemd naar Yakov die de enige aartsvader was die uitsluitend Joodse kinderen had. Nadat Yakov met de engel had gevochten kreeg hij van G-d een tweede naam namelijk Yisraël.
Bilam zegende het Joodse volk als volgt: of je nu een Yakov Jood bent en jezelf sporadisch (als een tent) met het jodendom bezighoudt of je bent een Yisraël en je leeft constant (als een woning) met het Joodse gevoel, “Wat is het toch (allebei) goed!”
Vertegenwoordiger
Iedereen kan als vertegenwoordiger van G-d hier op aarde functioneren op voorwaarde dat hij de speregels kent en zich bescheiden opstelt. Hij moet dan niet proberen om G-d of de Torah te slim af te zijn of op een andere manier Hem te overtreffen. Ieder mens, Joods of niet-Joods kan ervoor kiezen om te zegenen of om te vervloeken. Elke persoon kan beslissen om de G-ddelijke aanwezigheid in zich te voelen, te ervaren en verder uit te stralen. Voorwaarde is wel dat je ruimte voor Hem maakt.
Stel je bescheiden op, zie jezelf als een afgezant van een hogere Macht die jou de eer geeft om Hem hier op aarde te vertegenwoordigen. Cijfer jouw wil en comfort weg voor de wil en de geboden van Hashem en dan zal Hij de wil van anderen voor jou doen verdwijnen. Probeer die keus het liefst te maken zonder dat er een ezelin of allerlei andere narigheid voor nodig zijn.
Met een nederige groet en Shabbat shalom!
Bracha Heintz
Gebaseerd op lessen artikel van Rav YY Jacobson
Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn zeer welkom!
Help mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen. Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op vriendenjoodsutrecht.org/doneren.
Beeld: chabad.org